KEVIN BUCKLEY - BIG SPRING

Artiest info
Website
facebook
Label: Avonmore Records

Ik blijf het merkwaardig vinden en ik ben er trouwens erg blij om, hoezeer Ieren, waar ze ook ter wereld terechtkomen, verbonden blijven met hun heimat of die van hun voorouders en hoe ze er in slagen de culturele erfenis die ze meedragen, van generatie op generatie over te dragen. Je moet maar eens de websites van een aantal grote Amerikaanse steden bekijken zo op of rond 17 maart, als St. Patricks Day gevierd wordt: werkelijk overal word je overspoeld door een indrukwekkend aanbod aan activiteiten die om Ierland draaien.

Kevin Buckley groeide weliswaar op in St. Louis, Missouri, maar hij was nauwelijks negen, toen hij al Ierse fiddle-lessen begon te nemen. Al heel gauw maakte hij zijn weg langs de talrijke Ierse pubs -de jongen had kennelijk nogal wat talent- en het duurde niet lang of de toenmalige tiener nam er wat traditionele Amerikaanse folk-genres bij en breidde zijn territorium uit tot bluegrass, old-time en swing. Tegelijk speelde hij, zoals het hoort voor een tiener van zijn tijd, in garage rock-bands en ging hij zijn eerste eigen deunen schrijven. Hij begon ook te zingen, wat zo’n vijftien jaar geleden tot een eerste album leidde, zij het niet onder eigen naam, maar als “Grace Basement”, een band die vandaag nog altijd bestaat en inmiddels al vier platen uitbracht. Omdat jonge Kevin blijkbaar van nogal veel markten thuis is, ging hij zich ook toeleggen op de jobs van klanktechnicus en producer, in heel diverse genres, van folk tot punkrock. Waar hij de tijd vandaan haalt, weet ik niet, maar hij speelt in verschillende akoestische groepen en runt er een website bij, waar mensen terecht kunnen voor on-line cursussen.

Deze Big Spring is zijn eerste echte soloplaat en ze bevat voornamelijk traditionals, als staan er ook “gewone” covers op, waarmee ik bedoel dat het gaat om bestaande songs, waarvan de oorsprong wel achterhaald kon worden, zoals “Sweeney’s Wheel” en “Never Tire of The Road”, het ene van Jackie Daly, het andere van Andy Irvine en dus beide terug te brengen tot het instituut dat Patrick Street nog altijd is voor liefhebbers van Ierse folk. Uit een veel verder verleden stamt dan wee “City of Savannah” van Franks Livingstone, terwijl het van Jean-Jacques Milteau geleende swing-walsje “Marcelle et Marcel” van begin deze eeuw dateert. Helemaal nieuw en helemaal van de hand van Kevin zelf is “Ryder’s Block” een in Ierse traditie gewortelde instrumental, die moeiteloos standhoudt naast de traditionele tunes.

Kevin waagt zich zelfs een paar keer aan zangpartijen, en met bijzonder goed gevolg, zoals in “Miss Bailey”, dat we destijds via het Kingston Trio leerden kennen, “Never Tire of The Road” en “The Blackest Crow”, dat we ook kennen als “My Dearest Dear”, een heuse klassieker in de Amerikaanse “bergenmuziek”, maar schijnbaar van Engelse komaf. Als ik dat allemaal optel, kom ik aan een bijzonder fijn eindresultaat: dit is een hele goeie plaat vol hedendaagse versies van vaak traditionele nummers van beide kanten van de Grote Plas.

(Dani Heyvaert)